ONDERZOEK KOKMEEUW (Larus ridibundus)

Koprui

Bij alle geringde Kokmeeuwen die ik aflees noteer ik sinds najaar 1986 het % zwart op de kop. Daarnaast krijg ik van enkele waarnemers ook de aflezingen met % zwart. Tot en met september 2008 heb ik 52.500 waarnemingen met % zwart verzameld.
De Kokmeeuwen hebben een zomer en een winterkleed. In de zomer hebben ze een geheel zwarte (of beter donker chocolade bruine) kap en in de winter een witte kop met een het zogenaamde zwart koptelefoontje.

De meeste Kokmeeuwen krijgen eind februari / begin maart (laat) een zwarte kap. Maar enkele Kokmeeuwen beginnen al in november (vroeg) een zwarte kap te krijgen. Deze vroege ruiers zijn er elk jaar vroeg bij.
De Kokmeeuwen die laat ruien, doen dat zeer snel. Wel 10-15% per dag. Dus in maart kan de kap in een week zwart zijn. De vroege ruiers doen het rustig aan, ongeveer 1% per dag. Er zit dus meer spreiding in de aanvang van de rui dan het moment dat de kap geheel zwart is.
De aanvang van de kaprui bij de late ruiers is afhankelijk van de wintertemparatuur. Bij een strenge winter beginnen ze 10 dagen later dan in zachte winters. De vroege ruiers trekken zich weinig aan van de winter temperatuur, en beginnen ieder jaar in november.

Het patroon van de kaprui van winterkleed naar zomerkleed is per individu uniek, oftewel ieder individu heeft jaar in en jaar uit zijn eigen ruipatroon. De een begint bijvoorbeeld bij de snavel, de ander achterop de kop en weer een ander begint overal met kleine vlekjes.
Ook het patroon van het winterkleed, het zogenaamde koptelefoontje is per individu ieder jaar hetzelfde. Van een zeer klein vlekje achter het oog, tot twee hele brede zwarte banden over de kop.
© Frank Majoor. Website update 11-02-2014.
E-mail: